In het eerste
deel van generatiekloof hebben we samen gekeken
naar de rol van de oudere gelovige vrouw naar de jongere gelovige vrouw toe,
Paulus roept op om leraressen van het goede te zijn. Even daarover een
opfrisser; we mogen in het contact naar de jongere generatie vrouwen, onze OMA
thuis laten, onze Oordelen, Meningen en Aannames, zodat de
Liefde van Christus door ons heen kan werken.
Paulus begint in
Titus 2 te vertellen wat een lerares van het goede in haar gedrag weg moet
laten; we gaan in zoemen op het geen kwaadspreeksters zijn. Als we gaan kijken
naar de vertaling van kwaadspreken komen we bij het Griekse woord: Di’abolos,
een lasteraar, valse beschuldigingen, de rol van de duivel vervult of diens
partij kiest. We zien de woorden Dia (dwars door), en ballo
(wegwerpen)en dat is nou juist de tactiek van de duivel, hij maakt partijen
door er dwars door heen te gaan; hij splijt. Paulus benadrukt in Titus 2 dat
het voor de oudere vrouwen niet gepast is om kwaad te spreken omdat zij een
voorbeeld zijn voor de jongere vrouwen in het geloof, we zijn door het offer
van de Heere Jezus in een lichaam gezet; één lichaam en één Geest, zoals u ook geroepen bent tot één hoop van
uw roeping, één Heere, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, Die
boven allen en door allen en in u allen is, Efeze 4:4-6.
Kwaadspreken
zorgt ervoor dat er geen eenheid is maar een gespletenheid, dat gaat totaal in
tegen dat wat de Heere God door Zijn genade in de Heere Jezus bewerkt heeft.
Praktijk van
de dag
We gaan in onze
gedachte heel licht om met roddel, iedereen doet het, we schrikken vaak als we
horen over andermans seksuele zonde, maar de zonde van de tong vinden we heel
normaal en kunnen we zo wegschuiven, maar als we door Gods ogen hiernaar kijken
en zien wat voor moeite het de Heere Jezus heeft gekost om op het kruis van
Golgotha te lijden om ons weer één te maken met de Vader mogen we hier niet
licht mee omgaan en is het kwaadspreken een grote zonde die we mogen belijden
in onze levens, elke dag weer.
Wij vrouwen
praten graag, maar hoe komen we er nou achter wanneer we kwaadspreken? Het
beste kunnen we de Heere hier over bidden en vragen of Hij ons hierin inzicht
wil geven, een checklijstje die we kunnen hanteren; geven we kritiek op iemand,
oordelen we iemand, delen we iemands fouten, is het negatief wat we vertellen
over de ander, of dingen die ons niet aanstaan over een persoon? De motivatie
achter al dit is geen liefde, het komt voort uit onze oude natuur, onze eigen
trots, zelfrechtvaardiging, een oordelende of kritische geest, onvergevingsgezindheid,
bitterheid. Op het moment dat we kwaadspreken is er geen gemeenschap met de
Heere Jezus Christus in het contact met de ander.
Op het moment
dat we berouw krijgen over het kwaadspreken en ook in ons spreken gaan wandelen
door de Geest, zullen we merken dat we rustiger worden, het is logisch dat we
dan minder te vertellen hebben, we kunnen beter stil zijn dan roddelen. Het is
mooi als we ook op dit gebied in ons denken veranderd worden en een stille en
zachtmoedige geest krijgen.
We mogen net
zoals de vrouw uit spreuken 31 spreken met wijsheid en genegenheid zodat onze
woorden een zegen worden.
Heel erg bedankt!
BeantwoordenVerwijderen